zondag 25 mei 2008

OM trekt hoger beroep tegen Mink K in.

20 Mei 2008 - Het Openbaar Ministerie (OM) trekt het hoger beroep in de zaak tegen de bekende crimineel Mink K. in. Mink K. en een medeverdachte werden vorig jaar vrijgesproken van de moord op de Alkmaarse drugshandelaar Jaap van der Heijden.

Het OM was in beroep gegaan tegen deze vrijspraken. Het OM in Den Haag liet vandaag weten dat aanvullend onderzoek geen nieuw bewijs tegen hen heeft opgeleverd.

Ook is volgens het OM niet te verwachten dat tijdens de vijf zittingsdagen die in juni stonden ingeroosterd bij het gerechtshof in Den Haag zich nieuw bewijs tegen K. en zijn medeverdachte R. aandient. Omdat de rechtbank in Rotterdam in juli 2007 bovendien de vrijspraken uitgebreid heeft gemotiveerd, ziet justitie geen aanknopingspunten om de twee mannen verder te vervolgen. Het OM laat weten dat pas dinsdag het extra onderzoek is afgerond.

Jaap van der Heiden kwam op 10 april 1993 om het leven toen een tasje met explosieven aan de voordeur van zijn woning ontplofte. Politie en justitie zijn jaren bezig geweest met het onderzoek naar de liquidatie. De slepende rechtszaak kenmerkte zich desondanks door bewijsproblemen van het OM. De rechtbank maakte bijvoorbeeld korte metten met de getuigen die de officier van justitie aandroeg.

Mink K. is al jaren een bekende figuur in de Nederlandse onderwereld. In 2005 arresteerde de politie hem voor de moord op Jaap van der Heijden. Hij zat toen al een celstraf uit. K. is ook de man van de dubbelrol. Behalve 'topcrimineel' was hij politie-informant.

n september 1999 hield de politie K. aan, nadat de politie ruim tweehonderd vuurwapens had aangetroffen in een woning aan de Nachtwachtlaan in Amsterdam. De woning zou worden gebruikt als opslagplaats.

Justitie had K. al eerder op de korrel. Hij zou een prominente rol hebben gespeeld bij het op de markt brengen van 15.000 kilo cocaïne door politie en justitie tussen 1991 en 1994.

K. sloot in 1998 een deal met de toenmalige Amsterdamse officier van justitie F. Teeven. Die hoopte met hulp van informant K. informatie te achterhalen over de zogeheten IRT-affaire.

De advocaat van K., Adèle van der Plas, had al rekening met de intrekking van het OM gehouden. "Het is een verstandige beslissing", meent ze. "Het was een uitzichtloze kwestie."

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

NFI en justitie blunderde in Puttense moordzaak

Volgens advocaat Geert-Jan Knoops zijn er in de eerdere onderzoeken naar de Puttense moordzaak door politie, justitie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) kapitale blunders gemaakt met forensische sporen waardoor de werkelijke moordenaar van Christel Ambrosius al die jaren vrijuit kon gaan.

Zo blijkt een deskundige van het NFI pal na de in januari 1994 gepleegde moord in het slipje van Christel een minuscuul bloedvlekje te hebben aangetroffen met dna dat niet van de toen verdachte Du Bois en Viets is.

Knoops: "Dat is pas gemeld in 2002 en nooit in het dossier gekomen. Toen ik destijds de NFI-deskundige hoorde, verklaarde zij in aantekeningen te hebben gezet het bloedspoortje te hebben gevonden. Jarenlang is dit niet verteld, dat is een grote slordigheid. Het NFI dient alle sporen te melden, belastend of ontlastend.''

Eerder deze week verklaarde Knoops al dat destijds veel meer sperma op het slachtoffer werd aangetroffen dan de druppel op het rechter bovenbeen waaraan de later met de grond gelijkgemaakte sleeptheorie werd opgehangen. Deze theorie werd gebruikt als bewijsmateriaal tegen Du Bois en Viets.

Verder blijkt nu dat een technisch rechercheur vlak na de moord in de tuin rond het huis van Christels oma in een tak aan een boom een broekriem aantrof. Knoops: "Pas na heropening van de zaak bleek dat deze rechercheur de riem vier maanden later heeft laten vernietigen.

Een patholoog-anatoom van het NFI verklaarde dat het zeer wel mogelijk is dat Christel met deze riem is gewurgd.

Door deze blunder is dus vrijwel zeker een moordwapen met dadersporen verloren gegaan." Ook met een haar die op de trui van Christel werd aangetroffen werd allesbehalve zorgvuldig omgesprongen. Knoops: "Deze haar is tussen 1994 en 1996 twee keer tussen het NFI en de politie heen en weer getransporteerd zonder deugdelijk te zijn verpakt en verzegeld. Contaminatie met andere sporen kan, zo staat in het rapport, niet worden uitgesloten. Ook dit mogelijke bewijsmateriaal is daardoor destijds vernietigd."

Pal voor de vrijspraak van Du Bois en Viets onderzocht het NFI alsnog de spijkerbroek van Christel.

Knoops: "Aan de binnenzijde aan de achterkant van de broek zijn daarbij greepsporen met dna van Christels broer Bas gevonden. Het gaat om dna dat alleen met kracht op de ruwe stof beland kan zijn en niet doordat Bas de broek bijvoorbeeld aan de waslijn heeft gehangen. Het is niet aan mij om te zeggen dat er nader onderzoek tegen hem zou moeten komen. Maar gezien getuigenverklaringen in het dossier dat Christel en haar broer mogelijk iets met elkaar hadden, lijkt mij dat alleszins op zijn plaats."

Pas recent zegt Knoops van een betrouwbare bron binnen justitie te hebben vernomen dat het NFI vlak voor de eindzitting voor het gerechtshof in Leeuwarden in 2002 aan het openbaar ministerie kenbaar heeft gemaakt dat de sleeptheorie niet kon kloppen. Knoops: " Dit heeft het OM echter nooit aan het hof gemeld. Zelfs nadat Dubois en Viets zijn vrijgelaten heeft toenmalig procureur-generaal De Wijkerslooth gezegd dat vrijspraak niet hetzelfde als onschuld is. Het geeft geen pas dat het OM nu na de aanhouding zo euforisch verkondigd het goed te hebben gedaan. "

Reactie NFI

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook