Moustafa el J. (20), één van de verdachten van de roofmoord op de Amsterdamse juwelenhandelaar Jack Waterman is voorlopig op vrije voeten. De rechtbank in Amsterdam bepaalde vandaag tijdens een pro-formazitting dat er op dit moment tegen hem niet genoeg verdenkingen bestaan om hem langer in voorarrest te houden. Hij blijft wel verdachte.
Twee andere verdachten, Khalid B. (23) en Winston P. (30), moesten vandaag ook voor de rechter verschijnen. Zij blijven wel vastzitten. Justitie verdenkt nog vier andere mannen van betrokkenheid bij de overval.
In de nacht van 22 op 23 maart vielen volgens het Openbaar Ministerie (OM) enkele mannen via de balkondeur het huis van Waterman binnen. Zij namen een grote hoeveelheid geld en sieraden mee. Bij de overval werd Waterman geschopt, geslagen en met een schroevendraaier gestoken. Hij overleed ter plekke.
De vrouw van Waterman was tijdens de overval ook in de woning. Zij verklaarde bij de politie dat drie mannen de woning binnenkwamen. De rol van de andere verdachten is nog niet precies duidelijk. Volgens justitie belden de verdachten in de nacht van de overval meerdere keren met elkaar via hun mobiele telefoon.
Na de overval vluchtten de mannen weg in een gehuurde auto. De politie kreeg de mannen in het vizier, maar na een wilde achtervolging door de stad wisten ze te ontsnappen. Agenten wisten uiteindelijk verdachte B. aan te houden terwijl hij in het bezit was van een tas met juwelen. Ook zou op zijn kleren een bloedspoor van Waterman zijn gevonden. B. heeft zelf verklaard alleen de chauffeur van de groep te zijn geweest.
Wanneer de zaak tegen de zeven verdachten inhoudelijk wordt behandeld, is nog niet duidelijk. Volgens een woordvoerder van het OM is het goed denkbaar dat alle verdachten over enige tijd in een groot proces tegelijk voor de rechter moeten verschijnen.
donderdag 29 oktober 2009
Verdachte van roofmoord Jack Waterman op vrije voeten
Opnieuw mensenhandelaar tijdens verlof gevlucht
Een gevangene die tot 4 jaar cel is veroordeeld wegens mensenhandel heeft afgelopen weekend tijdens zijn verlof de benen genomen. Hij keerde niet terug van weekendverlof en is sindsdien voortvluchtig. De veroordeelde moet nog tot september volgend jaar zitten.
Dat heeft minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie vandaag gezegd tijdens een overleg in de Tweede Kamer. Hij noemde de feiten waarvoor de man is veroordeeld „behoorlijk ernstig”.
Volgens de minister is verzuimd het Openbaar Ministerie (OM) te vragen of verlof in dit geval wel verstandig was. Het OM zou dan hebben geadviseerd de gevangene niet met verlof te laten gaan vanwege de ernst van de daden waarvoor hij veroordeeld is, aldus de bewindsman.
Justitie zoekt momenteel uit wat er precies is misgegaan rond het verlof van de mensenhandelaar. Als blijkt dat er een weeffout zit in de manier waarop verlof wordt verleend, zal Hirsch Ballin de werkwijze laten aanpassen. „Dit mag niet gebeuren”, zei de minister over het voorval.
Het is onbekend in welke gevangenis de man zat.
Eis achttien jaar cel voor moord
Mohamed B. (32) uit Alkmaar heeft donderdag 18 jaar cel tegen zich horen eisen voor de moord op William Liefting (57) in Oudorp (gemeente Alkmaar) en de poging tot zware mishandeling van een medewerkster van de penitentiaire inrichting waar hij na zijn aanhouding verbleef.
B. gaf zichzelf op 3 februari aan bij de politie met de mededeling dat hij Liefting in diens woning uit noodweer had vermoord omdat die hem seksueel wilde misbruiken. Hij zou het slachtoffer hebben bezocht om belastingpapieren te laten invullen, maar justitie zegt aanwijzingen te hebben dat B. de woning is binnengedrongen. Uit sectie is gebleken dat Liefting zo'n 35 keer is gestoken. Bovendien is, toen hij op de grond lag, zijn keel doorgesneden en zijn hart doorboord.
Justitie gelooft niet dat sprake is geweest van noodweer, zoals B. betoogt. Het slachtoffer en B. kenden elkaar al jaren. Gedurende die periode zou de langdurig verslaafde B. in ruil voor geld seks met Liefting hebben gehad. Ook waren er volgens justitie al verschillende malen ruzies tussen de twee.
B. wordt verder verdacht van een poging tot zware mishandeling van een medewerkster van de PI, op 27 maart 2009. De medewerkster zou zich discriminerend hebben uitgelaten over de verdachte, waarop hij haar vanuit het niets aanviel toen hij mocht luchten. Van discriminatie is evenwel uit onderzoek niets gebleken.
De rechtbank doet 12 november uitspraak. (Het werd 10 jaar en TBS)
Vechtpartij in rechtbank Amsterdam
De parketpolitie heeft vandaag in de rechtbank in Amsterdam twee broers aangehouden. Een van hen viel de man aan die ervan wordt verdacht zijn vader te hebben doodgeschoten. Het is onduidelijk of de andere man zijn broer wilde tegenhouden of de verdachte ook te lijf wilde gaan. De parketpolitie wist de twee snel te overmeesteren.
Verdachte Mohamed R. (43) stond terecht omdat hij in 1996 in Amsterdam een 33-jarige man zou hebben doodgeschoten. Twee weken eerder zou hij meerdere bewoners van het kraakpand waarin hij zelf ook woonde, hebben verwond. Daarna zou hij het gebouw in brand hebben gestoken.
Het Openbaar Ministerie eiste een celstraf van 20 jaar. Volgens de officier van justitie is hij schuldig aan onder meer moord, poging tot doodslag en brandstichting. Zij vertelde dat zij 30 jaar had geëist als dat in 1996 wettelijk mogelijk was geweest.
R. was illegaal in het land en dealde volgens justitie in drugs. Hij woonde in een kraakpand aan de Keizersgracht. Op 27 april 1996 kreeg hij ruzie met andere bewoners over een vrouw met wie hij een relatie had. Hij zou een van hen hebben geprobeerd te wurgen, anderen zou hij met een mes of een bijl hebben verwond. Hij zou het pand bovendien in brand hebben gestoken, waardoor het deels afbrandde.
Anderhalve week later - op 8 mei - zou hij iemand hebben doodgeschoten. Dat zou buiten een café zijn gebeurd, nadat een groep mannen ruzie had gekregen.
R. sloeg vervolgens volgens justitie op de vlucht. Naar later bleek ging hij naar Spanje, waar de rechtbank hem veroordeelde tot 10 jaar celstraf wegens een ander misdrijf. Vlak nadat hij vrijkwam, liep hij tegen de lamp. Toen hij een identiteitsbewijs aanvroeg en daarvoor een vingerafdruk moest achterlaten, bleek dat de Nederlandse autoriteiten hem zochten.