De Amsterdamse galeriehouder Michiel van Eyck (52 die enkele antiquarische exemplaren van Mein Kampf heeft verkocht, krijgt geen straf omdat hij volgens de rechter niet strafbaar is. Wel is hij het exemplaar kwijt dat de politie eerder in beslag nam.
De rechter vindt een veroordeling te ver gaan in het licht van ‘maatschappelijke ontwikkelingen’, zoals de eenvoudige verkrijgbaarheid van het boek van Adolf Hitler via internet. Volgens de rechter is een veroordeling niet noodzakelijk ter bescherming van (vooral) Joden tegen discriminatie, belediging en aanzetting tot haat. Er kunnen volgens de rechter in een ander geval wel omstandigheden denkbaar zijn dat een straf op zijn plaats is.
Federatief Joods Nederland deed vorig jaar aangifte wegens de verkoop van het boek in de Totalitarian Art Gallery van Van Eyck.
Het Openbaar Ministerie (OM) had een geldboete geëist van 1000 euro, waarvan de helft voorwaardelijk. De rechtbank is het met justitie eens dat het omstreden boek nog steeds uitlatingen bevat die beledigend zijn voor Joden en dat het aanzet tot haat, discriminatie en gewelddadig optreden tegen Joden.
De verkoop van Mein Kampf blijft daarmee onder bepaalde omstandigheden verboden in Nederland, bijvoorbeeld als de verkoper tot doel heeft haat te zaaien. Dat betekent echter niet dat het per definitie strafbaar is om het boek te verkopen.
Michiel van Eyck en zijn advocaat Gerard Spong vinden het verbod achterhaald. Op internet kan iedereen het kopen of downloaden en in veel andere landen is Mein Kampf vrij verkrijgbaar. Ook zei Van Eyck dat alleen historici en verzamelaars het boek kochten.
Spong is verheugd over de vrijspraak van zijn cliënt en de uitspraak. “Het komt er eigenlijk op neer dat het verbod achterhaald en uitgehold is. Er komt wel heel veel creativiteit bij kijken als het OM weer iemand gaat vervolgen.” Justitie moet de uitspraak nog bestuderen en weet nog niet wat de consequenties zijn voor de verkoop van het boek door anderen.
De uitspraak lijkt veel op de vorige veroordeling, in 1999. Een man die op een boekenmarkt exemplaren van Mein Kampf aanbood, ging toen ook vrijuit omdat hij er “geen kwade bedoelingen” mee had. De man was destijds echter wel strafbaar: hij deed iets wat verboden was.