In een samenleving waar miljarden stelende bankiers slechts met een vette bonus naar huis worden gestuurd, zorgt het Europees Arrestatie Bevel (EAB) ervoor dat een man naar Polen uitgeleverd gaat worden voor een ‘flutzaak’ die draait om 22 Euro.
De Internationale Rechtshulp Kamer (IRK) van de rechtbank van Amsterdam heeft vandaag 22-07-2009 namelijk uitspraak gedaan in de zaak Essen. Het vonnis luidt dat dhr. Essen moet worden overgeleverd aan de Poolse justitie, om te worden berecht voor een vergrijp betreffende 100 zloty. Dat is 22 euro 50.
Een EAB uit een Europese lidstaat kan slechts worden aangevochten bij de rechtbank te Amsterdam. De rechtbank mag echter de inhoud van het EAB niet tot nauwelijks toetsen. Zij mag slechts kijken of het EAB volgens de regels is opgesteld. Als dus een debiele aanklager in Slobozia (Roemenië), een dronken rechter in Köhtla Järve (Estland), of straks een overijverige zeloot in Diyarbakir (Turkije) vindt dat u uitgeleverd moet worden, dan is het enkel een kwestie van een formulier juist invullen en u kunt gaan, ongeacht de inhoud van de zaak! Ongeacht het feit dat u misschien jarenlang in voorarrest in een middeleeuwse kerker door moet brengen.
In de zaak rondom Dhr. Essen zit het als volgt: Essen was een Nederlandse ondernemer in Polen, hij had een broccoli-kwekerij, die hij samen met twee Nederlandse partners had opgezet. Maar het klimaat in Polen is anders dan in Nederland en na een drietal misoogsten ging het bedrijf failliet. De boekhouding werd overgedragen aan de curator en de machines werden in beslag genomen door de belastingdienst. De partners van dhr. Essen gingen daarna terug naar Nederland en dhr. Essen, die niet over de verkoop en de financiën ging, maar over de productie van broccoli, bleef in Polen achter om de laatste zaken op te ruimen.
Essen werd vervolgens echter in Polen gearresteerd. Hij werd beschuldigd van financiële malversaties en van diefstal van machines (ja, diezelfde machines die door de belastingdienst waren weggehaald). Na drie maanden werd het voorarrest voor onbepaalde tijd verlengd. Daarna bood de officier van justitie Essen aan om een bekentenis te tekenen, dan zou hij snel naar huis mogen. Aan Robert Hörchner bood zijn advocaat hetzelfde, hij weigerde en nam een andere advocaat, maar dhr. Essen was toen al ernstig ziek en tekende inderdaad. De belofte dat hij dan vrij zou komen, bleek echter loos.
Na 11 maanden voorarrest kwam Essen op borgtocht vrij en in 2004 en 2005 werd hij (op die valse bekentenis, dus ten onrechte!) bij verstek veroordeeld tot in het totaal 3 jaar en 2 maanden, waarvan nog 2 jaar en 3 maanden effectief. Dat vonnis is nooit aan Essen betekend, omdat men in Polen zijn Nederlandse adres niet wist. Stukken waaruit blijkt dat Polen aan Nederland heeft verzocht om opsporing en tenuitvoerlegging van deze straf, ontbreken in het dossier. Dhr. Essen werd ook nimmer aangehouden om zijn Poolse straf in Nederland uit te zitten, terwijl dat volgens de Europese regels wel zo hoort.
Onlangs, in mei van dit jaar, werd dhr. Essen op Schiphol aangehouden op grond van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uit Polen. Het is getekend door mr. Andrzej Bauk, dezelfde Poolse rechter die ook het EAB voor Hörchner tekende. De Poolse OvJ, mr. Novak, eist daarin ten eerste overlevering voor de tenuitvoerlegging van de openstaande straf, maar Nederland levert slechts mensen over voor een onberecht strafbaar feit. Daarom kwam mr. Novak tevens met een nieuw feit.
Dhr. Essen zou zich eind mei 2002 in de gevangenis van Bydgoszcz schuldig hebben gemaakt aan corruptie, oftewel een poging tot omkoping van een ambtenaar in functie. Hij heeft namelijk op 27 mei 2002 100 zloty overhandigd aan een cipier. Volgens dhr. Essen gebeurde er het volgende: Begin mei 2002 werd hij gearresteerd. Zijn vrouw probeerde om snel wat geld over te maken op zijn gevangenisrekening, maar omdat zij geen Pools verstaat, lukte het haar niet om daarvoor snel de juiste informatie te krijgen. Dus stuurde ze hem 100 zloty in een brief. Dat het bezit van contant geld in de Poolse gevangenis verboden is, wisten ze niet. Dhr. Essen, die geen Pools spreekt en het maar een beetje verstaat, verzocht een bewaker om die 100 zloty op zijn gevangenisrekening te storten, zodat hij in de gevangeniswinkel dan pen en papier zou kunnen kopen om zijn vrouw te schrijven. De cipier droeg het geld netjes af, maar rapporteerde dat Essen om een fles wodka had gevraagd. Die kost ongeveer 35 tot 40 zloty, de rest van het geld zou voor hem zijn, steekpenningen dus. Er volgde een onderzoek, Essen moest meekomen voor verhoor. Hij werd beschuldigd van een poging tot omkoping van de cipier, maar het geld werd daarna inderdaad op zijn rekening gestort, waaruit blijkt dat het misverstand was opgelost. Op het EAB uit Polen is dit voorval nu aangekruist als corruptie.
In artikel 6 van de Ovl is bepaald dat een EAB slechts wordt gehonoreerd op grond van een verdenking en niet om een vonnis ten uitvoer te leggen. Maar de Poolse justitie probeert kennelijk op een slinkse manier om dhr. Essen naar Polen terug te halen. Daarom kwam men tevens met deze absurde en futiele aanklacht. Dit is zo’n duidelijk voorbeeld van oneigenlijk gebruik van het EAB, dat het OM dit onmiddellijk had moeten verwijzen naar de prullenbak! Helaas biedt de regelgeving daarvoor geen ruimte, een EAB wordt niet getoetst in het land dat het EAB ontvangt, zelfs niet als het gaat om een ingezetene of staatsburger. Essen werd dus aangehouden, waarop hij zich nog slechts kon wenden tot de rechtbank van Amsterdam. Maar ook al neem je nog zo’n goede advocaat en ook al ben je nog zo onschuldig, het helpt je niet!
De rechtbank toetst slechts marginaal en oordeelt niet over de schuld of onschuld van de verdachte. Dat bleek reeds in de zaak Hörchner: De rechtbank wist dat Hörchner onschuldig was. Hij kon het misdrijf (het tekenen van een huurcontract) niet hebben gepleegd, omdat hij op die datum niet in Polen was. Hörchner had het afschrift overgelegd van een cheque die hij op die datum in Nederland had uitgeschreven. Dat bewijs moest hij volgens de rechtbank echter aan de Poolse rechter overleggen. Om dit onmogelijke vonnis mogelijk te maken, kwamen er toen nog wat wisselrechters aan te pas, maar in de zaak Essen bleek dat niet meer nodig. De feiten doen niet meer ter zake, dat volgt uit de jurisprudentie! Hoger beroep is uitgesloten, zoals reeds bleek in de zaak Hörchner.
Dhr. Essen spreekt geen Pools, zodat een misverstand rond zloty en wodka gemakkelijk kan ontstaan. De rechtbank kijkt echter alleen of er sprake is van een geldig EAB. Nu is Corruptie inderdaad een misdrijf waarop volgens de Overleveringswet een EAB kan worden uitgevaardigd, maar normaal gesproken gaat het dan om miljoenen en niet om 100 zloty! In Polen worstelt men ook nog steeds met de erfenis van het communisme, vandaar dat op corruptie zo’n hoge straf staat: maximaal 8 jaar, veel meer dan de 3 jaar die vereist zijn voor een geldig EAB. Het EAB voldoet dus formeel aan de regels. Maar het EAB kwam ooit tot stand ter bestrijding van het terrorisme en andere zware vormen van internationale criminaliteit, en niet om een misverstand op te lossen rond 100 zloty!
In plaats van in schaterlachen uit te barsten om zoveel Poolse kolder, spreekt de rechtbank echter in alle ernst:
Met betrekking tot de stelling dat het hier, gelet op de hoogte van het geldsbedrag, een bagatelzaak betreft, is de rechtbank van oordeel dat niet het in het geding zijnde geldbedrag maatgevend is voor de importantie van de strafzaak, maar het geschonden belang, zoals door de uitvaardigende justitiële autoriteit gepresenteerd in het EAB. Van een schending van het proportionaliteitsbeginsel is dan ook naar het oordeel van de rechtbank geen sprake.
Dit is juridische kolder van de bovenste plank: De rechter meent dat het een bagatelzaak is, maar omdat het belang van de Poolse autoriteiten (bij een bagatelzaak) klaarblijkelijk groter is, wordt dat als maatgevend voor het proportionaliteitsbeginsel gezien.
De formulering lijkt afkomstig uit het betoog van de officier van Justitie, mr. Hanneke Festen (dezelfde OvJ als in de zaak Hörchner!). Maar het blijft 100 zloty. De voorzitter van de rechtbank, mevrouw mr. E.D. Bonga-Sigmond, ging hier echter in mee.
De rechtbank en de officier zouden zich diep moeten schamen. ze hebben welbewust en moedwillig iemand veroordeeld tot een gedwongen verblijf van wellicht maanden of jaren in een Poolse gevangenis, op grond van een bagatel! Het is niet zo dat zij niet anders konden. In Artikel 11 Olw staat namelijk:
De overlevering wordt niet toegestaan in gevallen, waarin naar het oordeel van de rechtbank een op feiten en omstandigheden gebaseerd gegrond vermoeden bestaat, dat inwilliging van het verzoek zou leiden tot flagrante schending van de fundamentele rechten van de betrokken persoon, zoals die worden gewaarborgd door het EVRM.
Dat artikel biedt de rechters alle ruimte om zeker in dit specifieke geval het EAB ongeldig te verklaren. De advocaat van Essen, mr. G.J. Knoops, pleitte terecht dat dit Poolse EAB op vele punten strijdig is met de toetssteen, het EVRM. Een overlevering naar Polen op grond van een vermeend delict van iets meer dan twee tientjes, is beslist niet proportioneel. Ook zou het delict zijn gepleegd in mei 2002 en het EAB kwam pas 7 jaar later. Die termijn is veel te lang. De mensonterende omstandigheden die heersen in een Poolse gevangenis zijn ook reeds gebleken uit de feiten. Mr. Knoops bracht echter niet in dat dit duidelijk blijkt uit de ervaringen van Robert Hörchner die in dezelfde gevangenis van Bydgoszcz zat waaraan Essen wordt overgeleverd. De situatie die Hörchner daar aantrof, is in alle opzichten strijdig met het EVRM.
De rechtbank blijft echter vasthouden aan de juridische fictie dat het Poolse rechtssysteem vergelijkbaar is met het Nederlandse en dat het zou voldoen aan de Europese normen. Volledig ten onrechte, zoals ook blijkt uit wat Robert Hörchner vertelde in zijn toespraak op het Juristencongres. De transcript van deze presentatie is hier te vinden.
Het EHRM heeft reeds in 1989 in het Soering-arrest bepaald dat een beslissing tot uitlevering onverenigbaar is met art. 6 EVRM wanneer de betrokken persoon een flagrante schending van het recht op een eerlijk proces heeft ondergaan of dreigt te ondergaan. Essen is reeds veroordeeld op een valse bekentenis, afgelegd onder de druk der omstandigheden. Nu wil men hem onder valse voorwendselen ook nog zijn straf laten uitzitten. Van een eerlijk proces rond die vermeende corruptie van 100 zloty is daarom zeer zeker geen sprake.
In principe is de Nederlandse Staat dan schadeplichtig, ook voor het onrecht dat de klager in Polen heeft ondergaan. Proceskosten, derving van inkomsten, medische kosten, smartengeld… aan het slachtoffer uit te keren van ons belastinggeld. Op de lange termijn zal dan ook blijken dat dit vonnis ernstig in strijd is met het algemeen belang van onze Nederlandse rechtsstaat.
Het vergt echter vele jaren van procederen, voor het Europese Hof de Nederlandse Staat in deze heeft veroordeeld. Bij het Europese Hof is men pas ontvankelijk, als er geen andere rechtsgang meer openstaat. Europese molens malen traag! Onze rechters kunnen daarom nog jaren doorgaan met het klakkeloos uitleveren van Nederlandse burgers zoals Klaas-Jan Bolt, Robert Hörchner en nu dus ook de heer Essen.
Hiermee wordt de jurisprudentie steeds sterker: iedere Nederlander kan worden overgeleverd voor een bagatel, mits het EAB maar voldoet aan de formele eisen. Een misverstand rond 100 zloty werd daartoe aangekruist als corruptie. Volgens dit vonnis moet dhr. Essen nu terug naar Polen. Inmiddels heeft mr. Knoops een kort geding aangespannen tegen de staat, om deze uitlevering alsnog te voorkomen. De zaak dient 17 augustus om 10.30 in Den Haag. De uitspraak volgt meestal 14 dagen later.
En dat alles om 2 tientjes. Hanneke Festen, mw. E.D. Bonga-Sigmond, dhr. P.H.A. Knol en dhr. C.W. Inden zijn het streven naar rechtvaardigheid volledig kwijt geraakt. U als gewone burger bent vogelvrij.