maandag 16 maart 2009

Eis 8 jaar voor doodslag op vriend Kim Feenstra

joshuabathoorn Tegen Arron B. (32) (alias 'Kuif'), is door het Openbaar Ministerie voor de rechtbank in Groningen acht jaar celstraf geëist wegens van doodslag. Arron B. wordt ervan verdacht op 9 augustus vorig jaar Joshua Bathoorn (29) (foto), de vriend van model Kim Feenstra, te hebben doodgestoken.

De politie kreeg in de ochtend van 9 augustus 2008 een melding van een buurtbewoner dat er gevochten werd in een woning aan de Groningse H.L. Wicherstraat. Agenten vonden in de woonkamer het levenloze lichaam Bathoorn. De verdachte meldde zich diezelfde dag nog bij de politie.

Volgens Arron viel Bathoorn hem die ochtend aan voor de woning van zijn (Arron B's) ex-vriendin Dunja, omdat hij zijn excuses eiste voor het mishandelen van de vrouw, die tevens een vriendin was van Bathoorn). “Het spijt me dat hij dood is. Maar ik wilde gewoon rustig met hem praten. Maar dat lukte niet, hij was door het dolle heen”, verklaarde B.

Bathoorn zou volgens Arron B. vervolgens in de woning hebben gezocht naar een mes. Uit angst zou B. zelf een aardappelschilmesje hebben gepakt om zich te verdedigen. Het slachtoffer zou tijdens een worsteling vervolgens in het mes zijn gevallen.

Het OM meent echter dat nergens uit blijkt dat Bathoorn de verdachte heeft aangevallen, of dat hij een mes in zijn handen heeft gehad. “B. verklaarde diezelfde dag tegenover vrienden hem te hebben gestoken. Daarnaast komt de richting van de steekwond niet overeen met een val”, aldus de officier van justitie. Uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) blijkt dat Bathoorn onder invloed was van alcohol en cocaïne. Zijn gedrag zou volgens het rapport daardoor kunnen zijn beïnvloed.

Kim Feenstra was ten tijde van de doodslag op haar vriend in Indonesië met Johnny de Mol voor het programma "Waar is de Mol".

Uitspraak  30 maart

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

Hoge raad doet morgen uitspraak in Enschedese ontuchtzaak

Het Gerechtshof in Arnhem heeft op 20 februari 2002 (LJN AD9410) de aanvrager in hoger beroep voor zeven zedendelicten in de periode van 1 april 1996 tot 18 mei 1999 in de gemeente Enschede met onder meer twee van zijn dochters, veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar en TBS met dwangverpleging

Tegen deze uitspraak van het hof is de verdachte in cassatie gegaan. De Hoge Raad  heeft op 30 september 2003 de cassatie verworpen (LJN AI0010), maar wel de gevangenisstraf verminderd tot zeven jaren en zeven maanden. Daarmee was de veroordeling van de verdachte door het hof Arnhem definitief.

Naar aanleiding van het strafproces tegen de aanvrager heeft prof. dr. H.F.M. Crombag zich tot de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (hierna: CEAS) gewend met het verzoek tot het verrichten van een onderzoek in de zaak tegen de aanvrager. De CEAS heeft een onderzoek noodzakelijk geacht en voor dat onderzoek een driemanschap aangewezen. In zijn rapport adviseerde het driemanschap het College van procureurs-generaal nader onderzoek in te (laten) stellen.

Op 17 december 2007 heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad naar aanleiding van het rapport van het driemanschap het verzoek ontvangen van het College van procureurs-generaal te beoordelen of dat rapport aanleiding gaf tot het indienen van een vordering tot herziening of het doen van nader onderzoek. Op de zitting van de Hoge Raad van 22 april 2008 heeft de advocaat-generaal mr. N.A.M. Schipper medegedeeld dat het verzoek niet is ingewilligd.

De aanvrage tot herziening Op 1 februari 2008 heeft mr. G.G.J. Knoops, advocaat in Amsterdam, bij de Hoge Raad een aanvrage tot herziening van de uitspraak van het hof Arnhem van 20 februari 2002 ingediend.

De aanvrage steunt op het rapport van de CEAS. Volgens de aanvrage is er om verschillende redenen sprake van een zogenaamd ‘novum’.

Op de zitting van de Hoge Raad van 22 april 2008 heeft mr. Knoops de aanvrage mondeling toegelicht.

De advocaat-generaal mr. N.A.M. Schipper heeft op 23 september 2008 geadviseerd dat de Hoge Raad de aanvrage tot herziening ongegrond zal verklaren.

De Hoge Raad zal op dinsdag 17 maart 2009, 12.00 uur, uitspraak doen in deze zaak.
Update 17 maart 2009: Het verzoek werd afgewezen (LJN: BF1321, Hoge Raad, 08/00459 H)

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

Tipgever wist van bloedbad Madrid | Welten zoekt justificatie

Vandaag zegt de Amsterdamse hoofdcommissaris van politie Bernard Welten in de Volkskrant dat de Nederlands sprekende vrouw die 12 maart de politie inlichtte over de op handen zijnde terroristische aanslag op winkels in Amsterdam Zuid ''bijzonderheden'' wist te melden over de aanslagen in Madrid die ''normaliter niemand weet''. 

Misschien is dat zo, maar de voorbeelden die Welten dan geeft zijn van zo’n algemeenheid dat iedereen die toch kon weten: Zo “gaf de vrouw precies door in welke winkels aan de Arena Boulevard drie mannen die donderdag explosieven zouden laten ontploffen en spelde de door haar genoemde namen”.

Excuseer? Een ieder weet toch welke winkels er in Amsterdam zuid staan en het spellen van een naam hoeft toch ook geen teken van ‘inside knowledge’ te zijn.

Voorts noemde Welten nog de symboliek van de datum omdat het telefoontje van de vrouw precies vijf jaar na die aanslagen door Marokkaanse terroristen op forensentreinen in Madrid kwam, waarbij 191 mensen om het leven kwamen. Ook dat was aanleiding om de waarschuwing van de vrouw serieus te nemen.

Het telefoongesprek met de vrouw duurde ruim tien minuten en was volgens Welten bijna te vergelijken met een verhoor. Een verhoor van 10 minuten???

Het telefoontje van de vrouw was aanleiding voor de Amsterdamse driehoek (burgemeester, politie en justitie) om tot actie over te gaan. De winkels gingen dicht, het gebied werd ontruimd en later op de dag werden in Amsterdam zeven mensen gearresteerd.

De volgende dag, vrijdag, werden deze mensen weer vrijgelaten. Ze worden niet langer verdacht van terroristische activiteiten. Over de kritiek op het politieoptreden zegt Welten: "Voorspelbare menselijke kortzichtigheid."

Dat is makkelijk zeggen voor Welten en een beetje kort door de bocht. Welten probeert een aktie van de politie te verkopen die achteraf overbodig bleek en daar zit hem nou net de kneep.

Als Welten gezegd zou hebben: “Tja, we kregen een telefoontje en dan weet je nooit of je het serieus moet nemen en in dit geval hebben we dat wel gedaan want voorkomen is beter dan genezen. We zijn alleen maar blij dat er niets aan de hand was.”, dan zou dat heel acceptabel geweest zijn. Om dan achteraf met vrij belachelijke redenen te komen om je te justificeren doet juist aan de geloofwaardigheid weer erg af. Wat de vrouw ook gezegd moge hebben, feit is dat er geen explosieven of enig andere voorbereiding van een aanslag zijn gevonden, dus ondanks al haar ‘geheime kennis’ was de tipgeefster een hoax. Wellicht was de tipgeefster de echte terrorist: gewoon vanuit Brussel met één telefoontje de samenleving ontwrichten en angst zaaien. Als ik terrorist was dan wist ik het wel: niks bommen om mijn middel, gewoon een prepaid telefoon.

Volgens de politiechef is de zaak nog niet gesloten. De politie blijft zoeken naar de vrouw van het telefoontje en de door haar genoemde drie mannen. De recherche heeft kunnen vaststellen dat de vrouw belde vanuit Brussel met een prepaid mobiele telefoon. Ze sprak Nederlands met een Frans accent.

 

Update 23:30
Uit de uitzending van Pauw & Witteman, met Job Cohen als gast, bleek dat de vrouw die uit Brussel belde, géén informatie had gegeven die ook niet uit de kranten gehaald kon worden. Het werd een genânte vertoning met Cohen die toch maar vooral niet wilde zeggen dat hij zijn excuses aan de gearresteerden (één mist er twee voortanden als gevolg van de arrestatie) aan zou bieden: “dat doe je alleen als je fouten hebt gemaakt, en wij hebben geen fouten gemaakt” merkte de zak op.


Zie ook: "belster wist geen details"

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

Klassejustitie: standje voor drugssmokkel door justitiemedewerkster

Het poortje-Groningen Tegen justitiemedwerkster Sandra B. (43) is door het Openbaar Ministerie voor de rechtbank in Groningen 180 uur werkstraf en vier maanden voorwaardelijke celstraf geëist. Sandra B. wordt ervan verdacht tientallen kilo's xtc, amfetamine, cocaïne en GHB te hebben vervoerd en verhandeld.

Sandra B. is een van de verdachten in de zogenoemde Capitool-zaak, waarbij het draait om drugshandel vanuit een woning in Hoogezand. In totaal worden vijf medewerkers van justitie verdacht van het in bezit hebben van harddrugs. De vrouw verkocht de drugs aan drie collega's in jeugdinrichting Het Poortje (foto) in Groningen als 'vriendendienst'.

180 uur werkstraf staat in geen verhouding tot straffen welke aan niet-justitie medewerkers worden gegeven voor vergelijkbare feiten. Daar zijn straffen van jaren geen uitzondering. Justitie zorgt weer vooral goed voor hun eigen mensen.

 

Op 13 oktober 2008 stond er al een leidinggevende van Het Poortje voor de rechter wegens bezit van kinderporno. De uitspraak in die zaak is opvallend genoeg nergens te vinden

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook