Officier van justitie Koos Plooij heeft vandaag tijdens het hoger beroep in de Piranhazaak* toegegeven dat hij heeft ingestemd met het verwijderen van passages uit een getuigenverklaring. Het gaat om uitlatingen van de zus van terrorismeverdachte Soumaya Sahla, waaruit zou blijken dat haar familie contacten had met de AIVD.
Plooij leidde in 2005 het strafrechterlijk onderzoek naar zowel El F., die terecht stond in het Hofstadproces, als naar S., die apart werd berecht. Beiden werden later verdachten in het Piranha-onderzoek.
Volgens Plooij, die in juni 2005 het strafrechtelijk onderzoek naar Sahla leidde, was dat gedaan om de ‘familie te beschermen’. Wanneer zou uitlekken dat het gezin met de AIVD had gesproken, kon dat leiden tot represailles. Deze uitleg is echter in tegenspraak met de getuigenis van Wibbelink, de teamleider van het rechercheonderzoek. Hij verklaarde als getuige dat de geschrapte gedeelten te maken hadden met het verschoningsrecht van de zus.
Plooij’s opmerking dat hij S.’ familie had willen beschermen, strookte niet met de verklaring die teamleider Wibbelink van de recherche had gegeven voor het schrappen.
De verdediging ontdekte nog een discrepantie. Plooij zei dat de zus van S. in juni 2005 louter als verdachte was gehoord. En dat hij er altijd van uit is gegaan dat haar verklaring nooit in andere zaken zou worden gebruikt. Dat is, aldus Koppe, ‘evident onjuist en mogelijk zelfs leugenachtig’. Hij wees op een document waarop staat dat de zus, vlak na haar verhoor, ‘als getuige in de Hofstadzaak is aangeduid’. Later is in de Piranhazaak haar ‘gekuiste’ getuigenis, zonder de ontlastende passages, opnieuw ingebracht. Koppe: ‘Zo zijn verdachten twee maal bewust benadeeld.’
De advocaten menen dat sprake is van een doofpot. Uit het Piranhadossier blijkt dat justitie, politie en de AIVD onoorbaar hebben samengewerkt, aldus Nooitgedagt, de raadsman van Sahla Zo heeft de dienst de familie ‘misleid en misbruikt’ om de aanhouding van terreurverdachte Nouredine el F., die toen nog voortvluchtig was, te bewerkstelligen (Sahla en El Fahtni waren destijds getrouwd). ‘Deze inmenging van de AIVD moest verborgen blijven voor de rechter en de verdediging’, concludeert de advocaat.
Dat er passages zijn achtergehouden, kwam pas eind februari aan het licht toen de zus van S. werd verhoord bij de rechter-commissaris.
In de Piranhazaak is de waarheidsvinding ‘structureel geweld aangedaan’, aldus Koppe, de raadsman van Samir Azzouz en Nouredine el Fahtni Eerder diende zijn kantoorgenoot Pestman een bezwaarschrift in bij het hof om vervolging af te dwingen van een rechercheur die volgens hem opzettelijk een vals proces-verbaal had opgemaakt van een verhoor met een kroongetuige in de Piranhazaak.
Niks nieuws dus in justitieel Nederland: liegen en bedriegen en maar praten over 'waarheidsvinding'. Plooij moet opstappen!
Aanklager Plooij in getuigenbankje
Nieuwe wending in zaak Samir A.
*Met de Piranhazaak wordt een onderzoek naar en de daaruit volgende rechtszaak tegen Samir Azzouz en vijf anderen bedoeld. Op 1 december 2006 deed de rechter in het zwaarbeveiligde gerechtshof in Amsterdam Zuidoost uitspraak in deze zaak. Azzouz werd veroordeeld voor het voorbereiden van een terroristische aanslag en kreeg een gevangenisstraf van 8 jaar opgelegd. Er was 15 jaar tegen hem geëist. Nouriddin El Fahtni en Mohammed Chentouf kregen 4 jaar cel, Soumaya Sahla werd tot drie jaar cel veroordeeld en Brahim Harhour kreeg 3 maanden celstraf. Mohammed Hamdi werd vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat de zes personen geen terroristische organisatie hadden gevormd. De advocaten van Azzouz, Britta Böhler en Victor Koppe, hebben inmiddels aangekondigd in hoger beroep te gaan. Het Openbaar Ministerie vond onder meer kruitresten op een handschoen waarop ook DNA van Azzouz werd gevonden. Daarnaast vormde de videoboodschap van Azzouz belangrijk bewijsmateriaal.