Bart S., is veroordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging wegens de moord op zijn vriendin.
De dertigjarige orthopedagoge overleed op 22 juli vorig jaar, nadat ze op haar werk in Sittard onwel was geworden. Dat gebeurde na het eten van een broodje pindakaas. In het ziekenhuis werd in eerste instantie niets vreemds geconstateerd. Later werd de verklaring van een natuurlijke dood ingetrokken. Waarschijnlijk bij toeval werd ontdekt dat Notermans door vergiftiging om het leven was gekomen. Om welke stof het ging was echter niet meer te achterhalen. Er werd wel gedacht aan cyanide.
Vijf dagen later werd Bart S. gearresteerd op verdenking van moord op zijn vriendin. Huiszoeking bij het chemiebedrijf waar S. werkzaam was, bracht aan het licht dat hij in zijn bureaula chemische stoffen had. Toch bleek na onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut dat het restant van de boterham met pindakaas geen giftige stoffen bevatte. Na zes weken kwam Bart S. echter met een bekentenis over hoe hij te werk was gegaan. Hij zou de stoffen theobromine en natriumazide op de boterham hebben gesmeerd. Precies op dat deel dat opgegeten was.
Met name de stof natriumazide is zeer giftig. Chemici en biologen gebruiken het bijvoorbeeld om oplossingen bacterievrij te houden. Het stofje zorgt in het lichaam ervoor dat lichaamscellen geen zuurstof kunnen gebruiken. Het treft vooral de hersenen en het hart, omdat deze organen de meeste zuurstof nodig hebben. Bij contact met zuur, bijvoorbeeld in de maag, reageert de stof tot het giftige gas waterstofazide. Enkele honderden milligrammen natriumazide zijn al erg giftig, zeker als de patiënt niet gericht wordt behandeld.
Het motief van de verdachte bleef lange tijd onduidelijk. Pschychiatrisch onderzoek wees uit dat verdachte leed aan persoonlijkheidsstoornissen en een lichte vorm van autisme. Zijn gedrag werd grotendeels bepaald door de dwangmatige gedachte dat zij maar moest verdwijnen, omdat hij niet langer aan haar uitgesproken wens om te huwen en kinderen te krijgen kon voldoen. Volgens de deskundige werd het voor hem een bedreigende en verstikkende situatie waaraan hij in gedachten niet meer kon ontvluchten.
De rechtbank overwoog dat het planmatig handelen van verdachte, het schenden van het vertrouwen van het slachtoffer door verdachte en zijn zwijgende aanwezigheid bij het slachtoffer en haar ouders in de laatste uren vóór haar overlijden de gevoelens van onbegrip en oninvoelbaarheid over de daad vergroten. Niet alleen de onmiddellijke omgeving van het slachtoffer maar ook de rechtsorde is door dit feit ernstig geschokt.
De rechtbank achtte het opleggen van een gevangenisstraf van zes jaar en TBS geïndiceerd. In de lengte van onvoorwaardelijke gevangenisstraf werd rekening gehouden met het feit dat de moord aan de verdachte in enige mate kan worden toegerekend, maar ook dat een snelle behandeling noodzakelijk is in verband met de beperking van het recidivegevaar. Bart S. werd in het begin bijgestaan door advocaat J. van Riet uit Hoensbroek. Na de bekentenis werd de zaak overgedragen aan de Sittardse strafpleiter R. Corten.
Update 6 Augustus 2004
Bart S is in hoger beroep dat 8 jaar celstraf en TBS veroordeeld. Het Hof oordeelde, in tegenstelling tot de rechtbank, dat het delict aan de verdachte kan worden toegererekend en legt daarom een hogere straf op. Bovendien tilde het Hof zwaar aan het feit dat dat Bart S. zijn daad zorgvuldig gepland en georganiseerd had. Toch is zijn raadsman, mr. Corten niet ontevreden: "Mijn cliënt heeft weliswaar een langere vrijheidsstraf opgelegd gekregen, maar desondanks is het arrest van het Hof voor hem gunstiger dan het vonnis van de rechtbank. De rechtbank bepaalde namelijk dat Bart S. pas na het volledig ondergaan van de aan hem opgelegde gevangenisstraf met de tbs-behandeling zou mogen beginnen. Overeenkomstig mijn verzoek heeft het Hof een dergelijk advies achterwege gelaten. Bart S. kan hierdoor ruim een jaar eerder starten met zijn behandeling". Corten gaat dan ook niet in cassatie.: " Ik heb vanochtend nog met mijn cliënt gesproken en deze kan zich ook vinden in het arrest van Hof."
Zes jaar (eis 12 jaar) is niet veel voor zo'n gruwelijke geplande moord, ook de acht jaar (9 jaar eis) die S. in hoger beroep kreeg zijn maar een schijntje voor deze moord. Vooral ook omdat uiteindelijk de uitspraak van het hof neerkomt op 5 jaar gevangenisstraf, omdat dan de TBS al begint.