zaterdag 1 november 2008

'Moord Ilona Nemeth had had in een week opgelost kunnen zijn'

boek In het vandaag verschenen boek Moord zonder grenzen beschrijven de Utrechtse rechercheur Paul Hendriks en schrijver Jaap Kwadijk tot in detail hoe de lustmoord op Ilona Németh (34) uit Utrecht in twee lange jaren werd opgelost met compassie, creativiteit en een pitbullachtige vasthoudendheid.

Németh, werkzaam op het Hilversumse mediapark, verschijnt op vrijdag 16 juli 2004 niet op haar werk. Collega's zijn meteen ongerust, omdat de vrouw altijd stipt op tijd arriveert met de trein vanuit Utrecht Overvecht.

Paul Hendriks werkt al 29 jaar bij de politie en wordt als tactisch coördinator van de recherche direct ingeschakeld.

Er werken 160 mensen gedurende ruim 2 jaar aan de zaak. Het Iris-onderzoek, zoals de zaak zal worden gedoopt, gaat de staatskas 1,3 miljoen kosten. Volgens rechercheur Hendriks had de zaak echter al binnen een week opgelost kunnen zijn als het gevangenispersoneel iets beter had opgelet. Het grootscheepse onderzoek was volgens hem dan helemaal niet nodig geweest.

Het onderzoek begint routinematig: bewakingsbeelden van het mediapark worden bekeken, telefoongegevens bestudeerd, haar fietsroute uitgeplozen en haar appartement wordt doorzocht.

Maandenlang probeert het team de zaak op te lossen met behulp van getuigenoproepen, eindeloze buurtonderzoeken, sporenonderzoek op haar teruggevonden fiets, het overhoop halen van haar complete privé-leven, het uitpluizen van haar vriendenkring en zelfs met paragnosten.

Begin zomer 2005 wordt de zaak stopgezet, maar niet zonder nog één keer een wanhoopsoffensief via de media. Dat blijkt een gouden greep. Op de mediaberichten reageert een oude Utrechter, die zegt dat er op een vreemde plek is gegraven bij een sporthal aan de rand van het park aan de Van Brammendreef. Een jaar eerder, kort na Ilona's verdwijning. En warempel: twee lijkhonden beginnen te 'tekenen' op die plek, politievakterm voor snuffelen en blaffen.

Dan pas barst het rechercheonderzoek écht los: tot in de kleinste details beschrijft de rechercheur hoe het team langzaam tot de dader komt: stiekeme observaties van de begraafplaats en het herdenkingsmonument, het korrel voor korrel doorzoeken van het zand waarin de vrouw was gevonden. Zelfs een complete vijver wordt uitgebaggerd, met als resultaat: vijf gedumpte vuurwapens, enkele tientallen gedumpte kluizen, 52 portemonnees met bankpassen en ontelbare sleutels. Een verbluffend resultaat, maar niets heeft met Ilona te maken.

De politie duikt zelfs in de schimmige subcultuur van graffitispuiters, omdat bij het graf een vreemde tekst is gevonden. Maar liefst 560 mannen uit de buurt worden onder het vergrootglas gehouden. Complete woningen worden afgeluisterd, tolken werken volcontinu in ploegendienst.

Stapje voor stapje komen de rechercheurs dichterbij de marokkaan Amin M.,  veroordeeld voor vier jaar cel wegens een verkrachting in notabene hetzelfde park waar Ilona werd gevonden. Hij blijkt rond het moordtijdstip op proefverlof uit de gevangenis Veenhuizen. Het boek beschrijft hoe een val wordt opgezet om de lustmoordenaar, die inmiddels gevlucht was naar Marokko, te pakken en te laten veroordelen tot levenslang in Marokko.

Pijnlijk wordt beschreven hoe de recherche de zaak al na één weekje had kunnen oplossen, als bewakers van Veenhuizen maar wat scherper waren geweest, aldus de rechercheur. Amin M komt al vrij snel in beeld als verdachte en op vrijdag 23 juli 2004, precies één week na de vermissing, gaan twee rechercheurs naar de gevangenis Veenhuizen. De bewakers en de gevangenisleiding bleven erin volharden dat hen niets vreemds was opgevallen aan Amin M., die na de moord zich braaf meldde bij het einde van zijn 72 uur durende proefverlof."

En dat is raar, omdat Amin over zijn hele lichaam onder de krassen en de schrammen zat na zijn terugkeer in de bajes, bevestigt Omar K., een beroepscrimineel die veel optrok met Amin in de bajes. Iedereen had het gezien.

Later bevestigen ook familieleden dat Amin over zijn hele lichaam bloedde kort na de moord. "De armen en handen van Amin waren zwaar bebloed geweest; ze lagen helemaal open. Zijn gezicht zat vol schrammen. Zijn bovenlichaam zat onder de krassen en de schrammen", aldus de rechercheur.

Mogelijk wílde niemand in de bajes het zien. De gevangenisdirectie had namelijk voor het proefverlof advies gevraagd bij de politie Utrecht, zoals het procedureel hoort. De politie had nadrukkelijk negatief geadviseerd, maar dat advies had de bajesdirectie genegeerd en de poort geopend voor Amin.

Na zijn 72 uur verlof, terug in zijn cel, biechtte Amin aan zijn celgenoot op dat hij een vrouw met het slot van haar fiets had doodgeslagen. Omar K: "Amin vertelde dat de vrouw niet dood wilde en dat hij best wel hard moest slaan voordat ze niet meer bewoog." Veel medelijden had hij niet met de vrouw. "Hij had er alleen spijt van dat hij niet de vrouw had gepakt die vlak voor Ilona door het park had gefietst; die had er nog aantrekkelijker uitgezien."

Pas op 10 mei 2006 spreken rechercheurs met deze beroepscrimineel, die direct het gesprek begon met: "Zo, hebben jullie hem eindelijk". En dat verhaal had hij al binnen enkele dagen kunnen vertellen aan de rechercheurs als in Veenhuizen beter was opgelet.

'Moord zonder grenzen'. Hendriks, P. & Kwadijk J.; Vuyk & Co. B.V. Uitgevery. ISBN 9789079362035. € 12,95

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

0 comments: