vrijdag 30 mei 2008

Hirsch Ballin zwakt kritiek op OM weer af

Nadat Ernst Hirsch Ballin gisteren nog kritiek had op de houding van het OM in de zaak Nekschot, heeft hij daarna zijn kritiek weer afgezwakt, waarschijnlijk geschrokken van het feit dat hij eindelijk eens duidelijk was.
Hij stelt nu in een brief aan de tweede kamer in zeer voorzichtige bewoordingen dat de detentie mogelijk korter had kunnen duren.
Vorige week verweet de kamer de minister in een spoeddebat dat het optreden van het OM onnodig intimiderend was geweest en dat Nekschot veel te lang is vastgehouden. Hirsch Ballin antwoordde daarop dat hij de lange duur tussen het laatste verhoor en het moment van vrijlating niet goed kon uitleggen en dat hij het OM daarop 'kritisch zou aanspreken'. Die uitspraak was opmerkelijk: Kritiek van het ministerie op het OM is ongewoon.
In de laatste brief oefent Ballin nu geen kritiek uit, maar legt hij de zaak nog een keer uit. De minister zegt niet te streven naar een protocol voor dergelijke incidenten.

De cartoonist ‘Gregorius Nekschot’ werd op 13 mei opgepakt en anderhalve dag vastgezet, nadat in 2005 aangifte werd gedaan tegen zijn tekeningen. Op 20 mei vond in de Tweede Kamer een spoeddebat plaats over deze kwestie.

Het debat in de kamer spitste zich toe op twee onderwerpen. Ten eerste: trad het Openbaar Ministerie proportioneel op? Ten tweede: waarom vond zo lang na de aangifte nu ineens huiszoeking plaats? Is er sprake van een beleidswijziging bij het Openbaar Ministerie? Zo ja, welke rol heeft de Minister van Justitie daarbij gespeeld? Op een aantal zaken beloofde de minister in een brief terug te komen.

Die brief werd 28 mei verstuurd aan de Tweede Kamer. Daarin stelt hij dat het Openbaar Ministerie de cartoonist inderdaad onnodig lang heeft vastgehouden. In de brief wordt echter geen aandacht besteed aan de rol van de Minister van Justitie in de periode voorafgaand aan de aanhouding van ‘Gregorius Nekschot’.

Op het eerste onderwerp dat tijdens het debat aan de orde kwam gaat de Minister wel uitgebreid in, maar het tweede onderwerp komt niet aan bod. Sommige partijen spreken van een ‘politieke arrestatie’ en beschuldigen de minister dus van politieke bemoeienis met deze arrestatie. Een minister mag een dergelijk ernstige beschuldiging niet onweersproken laten. Hij moet klip en klaar duidelijk maken wat zijn rol precies geweest is, op welke momenten hij geïnformeerd is en hoe hij daar mee omgegaan is.


Zie ook:

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

0 comments: