Afgelopen maart werd de verdachte door de rechtbank in Groningen veroordeeld tot acht jaar cel plus tbs met dwangverpleging. Op grond van dna-onderzoek oordeelde de rechtbank dat de man de keel van het slachtoffer heeft dichtgeknepen en haar in de badkuip onder water heeft gehouden. J., die gold als een huisvriend van de familie, ging tegen die uitspraak in beroep.
De veroordeelde heeft eerder toegegeven dat hij ten tijde van de dood van het meisje in haar woning aanwezig was. Hij blijft echter ontkennen dat hij haar heeft vermoord. In eerste instantie verklaarde hij dat Varscha van de trap was gevallen, waarna hij haar in paniek in de badkuip legde. Later trok hij die verklaring weer in. Evenals de rechtbank beschouwt het gerechtshof het dna-materiaal van de verdachte op het lichaam van het slachtoffer als doorslaggevend bewijs.
Uit onderzoek bleek dat J. narcistische trekken heeft. Zijn onvruchtbaarheid zou er toe hebben geleid dat hij een overdreven vadergevoel voor andermans kinderen ontwikkelde. Toen Varscha zijn 'ouderlijk' gezag afwees, is hij wellicht tot de fatale daad gekomen.