Jesse Remmers (40), een van de hoofdverdachten in de Amsterdamse liquidatiezaak, is volgens zijn advocaat Sander Janssen in Marokko in de gevangenis ernstig mishandeld. Volgens Sanders is dat mede de schuld van het Nederlandse Openbaar Ministerie.
Sanders schetste op de 2e dag van het liquidatieproces Remmers' slechte behandeling in Marokko. Hij is in de gevangenis herhaaldelijk 'in elkaar geslagen' door bewaarders. Hij zat er meer dan tien maanden 'totaal afgezonderd' in een isoleercel, die weer in een grotere cel was geplaatst. Hij mocht niet luchten en niet douchen en kon met moeite de ratten buiten houden. Door een gat in de muur waarin slechts traliewerk was aangebracht, regende het binnen; waar het even koud was als buiten. Remmers kreeg soms dagen niets te eten.
De raadsman houdt justitie in Nederland verantwoordelijk voor de deplorabele omstandigheden waarin zijn cliënt vast zat en vroeg de rechtbank de zaak tegen Remmers niet in behandeling te nemen vanwege schending van de mensenrechten.
Jesse Remmers werd begin 2007 in Marokko opgepakt, waar hij bij zijn Marokkaanse vrouw verbleef. Aanvankelijk belandde hij in een grote ruimte met ongeveer vijftig andere personen. Zijn medegedetineerden mochten niet met hem spreken, op straffe van lijfstraffen, zo betoogde raadsman Janssen. ''Drie Zuid-Amerikanen die dat wel hadden gedaan, werden voor zijn ogen in elkaar geslagen." Al snel kwam bij de Criminele Inlichtingeneenheid van de recherche een tip binnen dat Remmers wilde vluchten 'of zichzelf iets aan wilde doen'. Nadat justitie die 'zachte' informatie naar Marokko had doorgespeeld, werd hij volgens Janssen in totale afzondering geplaatst; in de hiervoor beschreven omstandigheden.
Remmers' advocaten Janssen en Paul Waarts vinden dat de 'foltering' en de 'onmenselijke behandeling' mede te wijten zijn aan het optreden van het Amsterdamse Openbaar Ministerie. Janssen: ''De dramatische omstandigheden moeten in Nederland bekend zijn geweest, maar de staat heeft geen enkele stap gezet om de onmenselijke, vernederende behandeling te beëindigen. Mogelijk moeten we van marteling spreken." Remmers' toenmalige advocaat Gerard Hamer deed in 2007 een week lang pogingen de Marokkaanse gevangenis in te komen, maar slaagde daar niet in. Pas in januari 2008, na elf maanden, werd Remmers aan Nederland uitgeleverd.
Het OM reageert volgende week op de aantijgingen en het betoog dat de hele zaak tegen Jesse Remmers door de beweerde misstanden van tafel moet. Remmers wordt verdacht van betrokkenheid bij vrijwel alle liquidaties en moordplannen die in de zaak 'Passage' aan de orde zijn. Kroongetuige Peter la Serpe zegt vrijwel al zijn wetenschap over de liquidaties uit de verhalen van hem te hebben.
0 comments:
Een reactie posten