Het aantal moorden in de grote steden is in 2007 fors toegenomen, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De spectaculaire halvering van het aantal moorden in de grote steden in 2006 is daarmee bijna tenietgedaan.
In totaal zijn in heel Nederland in 2007 164 mensen slachtoffer geworden van moord of doodslag. Dat zijn er vijf meer dan in 2006. De laatste jaren deed zich juist een daling voor van het aantal levensdelicten, maar aan deze trend kwam in 2007 dus een einde. De daling van het aantal moorden in gemeenten met minder dan 250.000 inwoners heeft zich wel voortgezet.
Van de tussen 1996 en 2007 in Nederland vermoorde personen was één op de zes hier niet woonachtig, aldus het CBS.
De helft van de moordslachtoffers in die periode was tussen de twintig en de veertig jaar oud. De leeftijdsgroep tussen de twintig en de dertig jaar blijkt het meest kwetsbaar als het om moord of doodslag gaat: in deze categorie vallen bijna twee keer zo veel slachtoffers als gemiddeld over alle leeftijdsgroepen.
Jaarlijks worden ruim twee keer zo veel mannen als vrouwen gedood. In 2007 was bij een kwart van de om het leven gebrachte vrouwen geen dader bekend of is de relatie van de dader met het slachtoffer onbekend.
Waar deze gegevens wel bekend zijn, blijkt dat bijna de helft van de vrouwelijke slachtoffers door hun partner of ex-partner is gedood. Dit geschiedt dan relatief vaak thuis, met een steekwapen of door verwurging.
Nederland In Europa zijn in de periode 2002-2006 per honderdduizend inwoners gemiddeld 1,6 moorden gepleegd. Voor Nederland ligt dit aantal gunstiger: in 2006 en 2007 is het afgenomen tot gemiddeld 1,0. In de voormalige Oostbloklanden komen mensen relatief vaak door geweld om het leven, in de Baltische staten zelfs ruim zes keer vaker dan gemiddeld.
0 comments:
Een reactie posten