Het is voor het eerst dat Indonesische slachtoffers van de strijd tussen Indonesië en Nederland in de periode 1945-1949, de Nederlandse overheid aanklagen voor misdrijven die destijds in Indonesië zijn begaan.
Op 9 december 1947 vielen Nederlandse troepen het dorp Rawagedeh op Java (Indonesië) binnen. Daar doodden ze toen honderden mannelijke dorpsbewoners. Ook gevangenen en vluchtende mensen werden doodgeschoten.
De weduwen dagvaarden Nederland niet alleen voor de executies zelf, maar ook voor het uitblijven van strafrechtelijk onderzoek naar de moorden. Zegveld: „De legerofficier onder wiens leiding het bloedbad werd aangericht, majoor Wynen, is na overleg tussen de toenmalige legercommandant en de procureur-generaal om opportuniteitsredenen niet vervolgd.”
De raadsvrouw legt verder uit dat de Nederlandse Staat ondanks verschillende spijtbetuigingen, geen aansprakelijkheid op zich wil nemen. „Het belangrijkste argument daarvoor van de Staat is dat de misdrijven verjaard zouden zijn”, aldus Zegveld. „De slachtoffers vinden dat Nederland zich hier in redelijkheid niet op kan beroepen. Vorderingen van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog worden immers nog steeds in behandeling genomen.”
Een rapport van de Verenigde Naties uit januari 1948 noemde het optreden van de Nederlanders in Rawagedeh „opzettelijk en meedogenloos”. De militairen die daarvoor verantwoordelijk waren, zijn nooit strafrechtelijk vervolgd. Verder heeft Nederland nooit excuses aangeboden of compensatie betaald aan de nabestaanden van de mensen die zijn vermoord.
Sterker nog VVD kamerlid van Baalen zei eerder van geen aansprakelijkheid te willen weten want 'Grosso modo hebben onze jongens daar goed werk verricht', het varken. Dat zouden de Duitsers eens over hun acties in Putten moeten zeggen.
Brief Generaal Spoor aan Procureur Felderhof | Brief procureur Felderhof aan generaal Spoor |
0 comments:
Een reactie posten