Rufus S. (33), is door de rechtbank in Amsterdam veroordeeld tot 10     jaar gevangenisstraf, wegens een serie verkrachtingen en     aanrandingen in 1996. De opgelegde celstraf is aanzienlijk hoger dan     de 4 jaar en 3 maanden zoals geëist door het Openbaar Ministerie     (OM).
Het OM achtte zich bij de eis gebonden aan een wettelijke       regeling die voorschrijft dat rekening gehouden moet worden met       straffen die de verdachte na 1996 zijn opgelegd (De 'samenloopregeling', zoals neerlegd in artikel 63 en artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht).
Volgens de rechtbank mag het niet zo zijn dat een dader door deze       regeling de dans ontspringt als hij, zoals in het geval van S.,       voor oude feiten alsnog wordt berecht. “Dat is niet uit te leggen       aan de samenleving in het algemeen en de slachtoffers in het       bijzonder”, zo staat in het vonnis.
Het OM had tevens tbs geëist. De rechtbank volgde ook hier de eis       niet, omdat niet met zekerheid is vast te stellen dat S. destijds       verminderd toerekeningsvatbaar was.
De politie arresteerde S. in 2009, nadat was gebleken dat zijn DNA       overeenkwam met spermasporen die in 1996 op de slachtoffers waren       achtergelaten. S. zat toen vast in een andere zaak. Hij heeft       ontkend de zedenmisdrijven te hebben gepleegd en beriep zich       tijdens zijn berechting, twee weken geleden, op zijn zwijgrecht.       De rechtbank sprak hem vrij van enkele feiten waarin DNA niet als       bewijs kon worden gebruikt.
De verkrachtingen gingen gepaard met grof geweld en in een aantal       gevallen dreigde S. met een mes. De man beroofde zijn       slachtoffers. In één geval was er sprake van gijzeling: S. drong       toen de woning van drie vrouwen binnen, die hij dwong zich uit te       kleden. Eén van de vrouwen werd daarbij verkracht. 
Bij haar oordeel betrok de rechtbank dat de slachtoffers ernstig       zijn getraumatiseerd door wat hen is overkomen. S. zal hen       duizenden euro's schadevergoeding moeten betalen.
De serie verkrachtingen vond plaats tussen maart en augustus 1996,       overwegend in de woonomgeving van S., Amsterdam-Oost.
Indien iemand, nadat hem een straf is opgelegd, schuldig wordt verklaard aan een misdrijf of een overtreding voor die strafoplegging gepleegd, zijn de bepalingen van deze titel voor het geval gelijktijdig straf wordt opgelegd van toepassing.
Artikel 57
- Bij samenloop van feiten die als op zichzelf staande handelingen moeten worden beschouwd en meer dan één misdrijf opleveren waarop gelijksoortige hoofdstraffen zijn gesteld, wordt één straf opgelegd.
- Het maximum van deze straf is het totaal van de hoogste straffen op de feiten gesteld, doch - voor zover het gevangenisstraf of hechtenis betreft - niet meer dan een derde boven het hoogste maximum.
 






 
 
 
 
 
 
 

